Wim de Wagt

Kunsthistoricus, schrijver

1919: de Nieuwe Wereld van Ebed van der Vlugt

Er is een onmiskenbaar verband tussen de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog en de initiatieven in het interbellum om de internationale vrede te bevorderen, met aan de horizon een verenigd Europa. In weinig individuele gevallen is dit verband zo goed zichtbaar als in de levensgeschiedenis van Ebed van der Vlugt. Hoewel deze idealistische journalist en jurist zich met hart en ziel inzette voor een vreedzame wereld, was de wereld bepaald niet genadig voor hem. Op het persoonlijke vlak werd hij getroffen door het noodlot en historici hebben hem na zijn overlijden in 1957 volledig over het hoofd gezien. De man, die een internationaal spraakmakend tijdschrift leidde, Le Monde Nouveau , en door een journalist ‘onze eminente landgenoot in Parijs’ werd genoemd, is compleet vergeten.

Illustratief voor de bijzondere status die hij in zijn hoogtijdagen genoot, was het feestelijk banket dat in maart 1929 werd aangericht in het Parijse hotel Lutetia, ter ere van het tienjarig bestaan van Le Monde Nouveau . Van der Vlugt had dit politiek-culturele blad in de nasleep van ‘La Grande Guerre’ in de Franse hoofdstad opgericht om een platform te bieden voor degenen die net als hij het ideaal van vrede, toenadering en verzoening wilden verbreiden. Hij verleidde een keur aan auteurs hun manuscripten naar Parijs op te sturen en zorgde ook voor een Engelstalige editie, die in Londen en New York in de kiosken lag als The New World .

Ook de Nederlandse kranten besteedden aandacht aan het jubileumbanket, zodat we weten dat de vermaarde oud-minister Émile Borel (1871-1956), hoogleraar wiskunde en lid van het Franse parlement, aan het tafelhoofd zat. In zijn rede richtte Borel zich rechtstreeks tot de ‘Directeur-Rédacteur en chef’ van Le Monde Nouveau . Hij zette Van der Vlugt in het zonnetje door te verklaren, dat die als geen ander het recht had om zich voor de vrede uit te spreken, omdat hij in de grote oorlog zoveel moed getoond had. Over welke heldendaden van de Nederlander had de grote wiskundige het hier?

Toen de oorlog uitbrak in augustus 1914 verbleef Van der Vlugt, 28 jaar oud, net in Frankrijk. Hij was daar aanbeland nadat hij, na een afgebroken studie filosofie in Leiden, een tijdlang door Europa en Rusland had gezworven. In 1914 streek hij in Parijs neer om aan de Sorbonne zijn filosofiestudie te vervolgen. Nederland was neutraal in de oorlog, maar Ebed koos zonde aarzelen partij voor de geallieerden. Aangemoedigd door een appel dat de Franse regering deed op de in het land verblijvende buitenlanders, meldde hij zich aan als vrijwilliger en dook de loopgraven in. In het Vreemdelingenlegioen, schouder aan schouder vechtend met 32 andere nationaliteiten, klom hij op tot de rang van officier. Voor zijn heldendaden werd hij onderscheiden met het Croix de Guerre.

Tussen de gevechten door discussieerde hij met zijn strijdmakkers over de nieuwe tijd die na de oorlog moest aanbreken. Hij droomde van een internationaal tijdschrift, dat zou bijdragen aan betere onderlinge betrekkingen tussen de volkeren. Al in januari 1919, koud twee maanden na de wapenstilstand, rolde het eerste nummer van Le Monde Nouveau van de drukpers. Van der Vlugt verzamelde een stel interessante, literair onderlegde auteurs en journalisten om zich heen. Op de lijst met free lance medewerkers stonden namen als die van de Engelse auteurs H.G. Wells en Bernard Shaw, de Amerikaanse filosoof James Baldwin en de Vlaamse schrijver Maurice Maeterlinck, naast talloze Franse denkers, kunstenaars en politici.

Als je tijdgenoten moet geloven, was Van der Vlugts tijdschrift toonaangevend en gezaghebbend. In de internationale pers werd het regelmatig besproken. Een terugkerend thema was de economische samenwerking en coördinatie binnen Europa. Van der Vlugt schreef zelf verschillende stukken over dit hete hangijzer, met titels als ‘De Vereenigde Staten van Europa, Hersenschimmen of mogelijkheden?’ en ‘Naar het Europeesch economisch verbond’.

Le Monde Nouveau ontwikkelde zich tot meer dan een tijdschrift alleen. Van der Vlugt startte een internationaal uitgevershuis, ‘Aux Editions du Monde Nouveau’, waar honderden romans en boeken over cultuur, geschiedenis en politiek het licht zagen. Zoals de vertaling van Louis Couperus’ populaire verhalenbundel Psyche (1898), dat onder de titel Le Cheval Ailé in 1923 op de markt kwam. Literaire Hollandpromotie avant la lettre. De redactie organiseerde diners en koffietafels, waarvoor invloedrijke figuren uit de politiek, economie en cultuur uitgenodigd werden om te brainstormen over brandende kwesties.

Naar verluidt verscheen in 1935 het laatste nummer van Le Monde Nouveau . In 1933 was het maandblad al veranderd in een kwartaaltijdschrift. Waaróm Van der Vlugt de stekker eruit trok is niet bekend. Hij behaalde in juli 1934 aan de rijksuniversiteit van Groningen zijn doctoraal in de rechtsgeleerdheid en vestigde zich als advocaat in Parijs. Met zijn (Franse) echtgenote, Germaine Pinchaud, en hun in 1920 geboren zoon Jean, woonde hij in een klassieke etagewoning, zowat aan de voet van de Eiffeltoren.

Toen de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken volgde een nieuwe, onverwachte move. Vermoedelijk vanwege zijn goede naam, vele contacten en ervaring met militair inlichtingenwerk, werd hij in 1941 door de Nederlandse regering naar Java uitgezonden. Dat hij in Le Monde Nouveau regelmatig aandacht had besteed aan de kolonie, zal ook een rol hebben gespeeld. Wat precies zijn taak daar was, is echter onduidelijk. Na de Japanse inval belandde hij in een gevangenenkamp.

Door de crisis van de jaren dertig en het uitbreken van de oorlog, met alle leed, geweld en verwoesting van dien, leek alles waar Ebed van der Vlugt eens voor had gestaan, te zijn weggevaagd. Waar waren al zijn inspanningen goed voor geweest? Toch koos hij er na ’45 voor om de draad weer op te pakken. Bogend op zijn ervaringen in Nederlands-Indië en zijn grote kennis van het werelddeel, schreef hij een stevig boek, Azië in vlammen (1951), waarin hij waarschuwde voor de opkomst van het communisme. Het wekt geen verbazing dat hij tegelijk een Engelstalige versie liet verschijnen, Asia aflame . En in 1956 bedacht hij nota bene weer een tijdschrift met een groothoekscope: The European Observe r, dat op de banden tussen West-Europa en Amerika focuste.

De persoonlijke krachten die hij aanboorde om dit alles te ondernemen, zijn des te opmerkelijker als je bedenkt dat zijn enige zoon ten gevolge van een auto-ongeval bij Hoofddorp omkwam, op 30 december 1947. Jean van der Vlugt, 27 toen hij stierf, was zich juist aan het ontplooien als een begaafd beeldend kunstenaar. Het Stedelijk Museum in Amsterdam wijdde in 1949 een postume tentoonstelling aan zijn werk Toen Ebed van der Vlugt in 1957 stierf, eenenzeventig jaar oud, publiceerden enkele kranten een korte necrologie, maar daar bleef het bij.