Jasper Krabbé
Foto Lex van Rossen
Interview met Jasper Krabbé in Haarlems Dagblad, 6 maart 1999, naar aanleiding van de tentoonstelling 'Recente schilderijen', in De Bleeker, Heemstede, 6 maart t/m 11 april 1999.
'Ik ben een echte verhalenverteller' Jasper Krabbé zoekt naar de perfecte herinnering
De kunstwereld heeft er een jonge, veelbelovende kunstenaar bij: Jasper Krabbé. Hij moet nog doorbreken bij het grote publiek, hoewel zijn naam bekend in de oren klinkt. Inderdaad: ‘de zoon van’. Dat de zoon van filmacteur Jeroen Krabbé werkelijk talent heeft, blijkt wel uit de waardering die hij krijgt in de galeriewereld van New York. In zijn schilderijen spelen herinneringen aan verre oorden en andere tijden een belangrijke rol. 'Reizen is een voedingsbodem voor mijn werk.'
Jasper Krabbé mag zich gelukkig prijzen. Vorig jaar werd hij binnengehaald door de Brenda Taylor Gallery, die gevestigd is in de kunstenaarswijk Chelsea, New York City. De expositie werd een succes. ‘Bijna alles bij Brenda Taylor is verkocht’, zegt Krabbé. Dat Krabbé in New York voet aan de grond gekregen heeft is te verklaren uit zijn studie aan Cooper Union. Hij volgde deze kunstenaarsopleiding nadat hij, begin jaren negentig, aan de Rietveld Academie in Amsterdam afstudeerde. Maar eigenlijk dateert zijn band met de mythische Big Apple van veel langer geleden. ‘New York betekent van jongs af aan veel in mijn beleving. Toen ik een jongen was hield ik me bezig met graffiti en hiphop. Ik had 'links' met die stad, wilde er erg graag heen.’
Bevrijding van de ratio
Eenmaal op Cooper Union merkte hij dat het kunstonderwijs er anders georganiseerd is dan in Nederland. ‘Het is er veel praktischer dan bij ons. De nadruk ligt op de productie. Op Manhattan heb je concurrentie van wel duizend andere kunstenaars. Zo ziet men elkaar ook: als concurrenten. Iedereen moet zich waarmaken. Tijdens de opleiding leer je bijvoorbeeld je eigen tentoonstellingen organiseren. Hoe pak je zoiets aan?’
‘Zo moest ik eens een serie tekeningen verdedigen tegenover een docent. Wat zijn dat voor vakantie snapshots?, zei hij. Op die manier daagde hij me uit om mijn ideeën helder onder woorden te brengen. Nou, daar sta je dan voor een gehoor van andere studenten. Daar heb ik veel aan gehad.’
‘Ik ben er gedurfder door gaan werken. Losser. Ja, het was een bevrijding voor me. Een bevrijding van de ratio. New York is natuurlijk een stad met een veelheid aan cultuur. Er gebeurt zo ontzettend veel. Tentoonstellingen, muziek, nachtleven. Die energie kun je oppikken, terwijl je toch dankzij je Europese achtergrond met beide benen op de grond blijft. En dat heb ik gedaan.’
‘Daar komt bij dat ik me daar veel vrijer voel dan hier. Hier ben ik 'de zoon van', of 'de broer van'. Dáár word ik als mezelf beoordeeld, want niemand kent me. Ik begrijp wel dat in Nederland al gauw de link gelegd wordt met het schilderwerk van mijn vader. Toch ervaar ik dat wel eens als benauwend. Zo'n gevoel van:
Living up to expectations
, te moeten voldoen aan verwachtingen. En je dubbel zo hard moeten bewijzen is moeilijk.’
‘Toegegeven, aan de andere kant heb ik ook veel aan mijn milieu gehad. Want ik heb nooit met mijn ouders strijd hoeven leveren om kunstenaar te kunnen worden. Door hen heb ik ook veel interessante mensen ontmoet. Het is denk ik fifty-fifty. De voors en tegens van het kind zijn van een beroemde vader wegen zo'n beetje tegen elkaar op.’
Herinneringen aan reizen
Jasper Krabbé brengt uren, dagen, weken achtereen door in zijn atelier, dat te vinden is in Amsterdam, vlakbij het Centraal Station. Trouwens een situering die geen toeval lijkt, want hij houdt er van te reizen. Langdurig, en bij voorkeur naar zeer verre streken. En veel van zijn schilderijen zijn gebaseerd op herinneringen aan deze reizen. Ze dragen verleidelijke, licht sentimentele titels als
Leaving Taipe
,
Midday at Amanusa
of
Selfportrait with wavering thoughts.'
Krabbé: ‘Het reizen is een voedingsbodem voor mijn werk. Toen ik klein was ging ik altijd al met mijn vader mee. Met mijn ouders ben ik overal geweest. Australië, het Verre Oosten, de Stille Zuidzee.’
‘Als ik er tegenwoordig op uittrek verzamel ik allerhande dingen die eigen aan een land zijn. In een raar winkeltje koop ik bijvoorbeeld papier, dat ik thuis verwerk in een schilderij. In Sulawezi kocht ik een boek met geneeskrachtige kruiden. Eén zo'n takje heb ik nageschilderd, hier, kijk maar. Op het strand vond ik een cementzak. Daarop heb ik een kunstwerk gemaakt. Zo'n vel heeft al een geschiedenis. Het is de drager van een verhaal. Dat is dan al de helft van het schilderwerk.’
‘Mijn reiservaringen zijn momenten die ik graag bij me wil houden. Natuurlijk kan ik weer terug gaan naar een land, maar dit kan intussen veranderd zijn, of ik ben zelf veranderd. Het zijn momenten van perfectie, die ik wil vertalen in een kunstwerk. Er komt ook een besef van vergankelijkheid bij kijken. Ik wil niet zeggen dat het pijnlijk is, maar soms, onder bepaalde omstandigheden, realiseer ik me dat de tijd door mijn vingers glipt. Daar moet ik iets mee doen. Al leg ik het maar vast voor mezelf. Ik neem een ervaring uit de realiteit, en geef haar vervolgens aan diezelfde realiteit terug. Dat vind ik mooi.’
Twee maal al was Krabbé vertegenwoordigd op de jaarlijkse KunstRai in Amsterdam. Daar leerde hij ook de Heemsteedse galeriehouder Willem Snitker kennen, die hem uitnodigde om ook eens bij De Bleeker te komen exposeren. Krabbé: ‘Puur door de reacties op mijn werk heb ik al zó veel bijzondere mensen ontmoet. Op de KunstRai kwam er een jongen naar me toe, die een schilderij van me zag dat ik naar aanleiding van een reis door Zimbabwe gemaakt had. Hij zei: “Hier ben ik al zo lang naar op zoek.” Het bleek dat hij in één week zo'n beetje alle hoogte- en dieptepunten in een heel mensenleven doorgemaakt had. Hij was getrouwd en op huwelijksreis gegaan naar Zimbabwe. Daar was zijn vrouw omgekomen bij een auto-ongeluk. Mijn schilderij was voor hem een herinnering aan dat land en wat hij daar beleefd had. Het idee dat je emoties kunt overdragen op andere mensen spreekt me enorm aan. Misschien doe ik het daar wel voor.’
Onuitputtelijke schatkamer
Veelvuldig schildert Krabbé zijn eigen hoofd in zijn composities. Het hoofd is immers de onuitputtelijke schatkamer van herinneringen en emoties. Hij zegt dat hij zich het beste thuis voelt bij een figuratieve werkwijze, in tegenstelling tot de abstractie. ‘Ik ben een echte verhalenverteller. Ik heb iets met taal. Vroeger schreef ik ook wel gedichten. Ook in mijn schilderijen heb ik een verhaal nodig. Als ik puur abstract werkte, zou ik dat er niet in kunnen leggen. Terwijl voor veel andere kunstenaars abstractie de enige manier is waarop ze zich met kunst bezighouden. Hen is het wél gegeven om in abstracte schilderijen emoties over te brengen. Maar ik kan dat niet.’
Een van zijn helden is de Duitse kunstenaar Markus Lüpertz, bij wie hij een workshop volgde. Lüpertz werkt gewoonlijk met stijlcitaten en hanteert een veelzijdige thematiek. ‘Hij is een grote inspiratiebron voor me’, zegt Krabbé. ‘Lüpertz is tegelijk speels en loodzwaar in zijn werk. Gevoelig en grof. Het hele scala aan emoties durft hij aan. Dat is een vorm van eerlijkheid. Toen ik die workshop bij hem deed was hij niet mals in zijn kritiek hoor. Hij kon uitroepen, als iets hem niet beviel: “Was malst du denn! Quatsch!” Van zo iemand pik dat.’
Opvallend in Krabbés schilderwerken is de gelaagdheid. Hij gebruikt verschillende technieken en verfsoorten door elkaar, past in zijn schilderijen druktechnieken als de houtsnede en de linosnede toe, tekent in de verf, plakt er papiertjes op. ‘Door gebruik te maken van de gevoeligheden van uiteenlopende materialen probeer ik de veelheid aan herinneringen voelbaar te maken’, verklaart hij. ‘Maar dit bedenk ik niet vooraf, het is een intuïtief proces. Een aftasten van mogelijkheden.’
‘Schilderen is iets wat je helemaal alleen moet doen. Uiteindelijk is het míjn proces, want ík zit hier de hele dag in mijn atelier te vogelen. Zolang je de dingen maakt die voor jou belangrijk zijn, kunnen ze dat ook voor anderen worden. En het geeft veel voldoening als het bij een ander herkenning oproept.’