Tomas Masaryk over Europa



Uit: Emil Ludwig, Gesprekken met Masaryk. Denker en staatsman, Arnhem 1935 (Gespräche mit Masaryk, 1935).

Over de grote rijken voor de Eerste Wereldoorlog en de tijd daarna: 'Deze grote staten werden met geweld opgebouwd – na de wereldoorlog kan en moet groot en klein overgaan tot vreedzame wederkerigheid en federatie. Ethisch: humaniteit over de gehele linie, in de binnenlandse, maar ook in de buitenlandse politiek. Dat betekent echter Genève, de idee van Pan-Europa, enzovoorts.’

Over het vredesverdrag van Versailles: ‘En een koel en billijk oordeel over het vredesverdrag zal moeten toegeven, dat Europa thans rechtvaardiger is georganiseerd dan voor de oorlog, toen het kon gebeuren, dat nationale minderheden de meerderheden overheersten, dat door filosofen de uitroeiing van hele naties werd beraamd en dergelijke proeven, die in de zoölogie en niet in de geschiedenis thuishoren. Ja, er zijn moeilijke problemen, maar ondanks alles zie ik overal een neiging om zich met elkaar te verstaan, die sterk genoeg is, om de hoop niet op te geven, dat staten en volken verstandiger zullen zijn dan tot dusver.’

Over de Verenigde Staten van Europa: ‘Ik geloof niet, dat het denkbeeld een utopie is. De ontwikkeling in deze tijd bevordert de culturele, economische en politieke toenadering van staten en volken. (…) Voorlopig hebben wij Genève en andere internationale verbindingen en verdragen, dat is al iets. (…) Wij hebben de Kleine Entente, let wel van defensieve aard, de nauwe samenwerking der Scandinavische, Baltische en Balkanstaten. Ik heb mij kort na de oorlog reeds verklaard voor dergelijke kleinere ententes als een begin der grote Europa-entente. Er zijn al verscheidene non-agressieverdragen – allemaal elementen van een nieuw redelijk Europa. Dit Europa zou een rationele verdeling van alle nationale werkzaamheden tot stand brengen.’